“Alles begint bij de ontwikkeling van sterk suikerbietenzaad”, vertelt Martijn, expert op het gebied van suikerbietenrassen bij het IRS. “Ieder jaar doen we onderzoek naar nieuwe rassen die een betere opbrengstpotentie hebben en beter bestand zijn tegen ziekten en plagen. Dit jaar zitten er bijvoorbeeld 84 rassen in onderzoek. Ze mogen op zijn vroegst na twee jaar van onderzoek de markt op, mits ze goed presteren. Pas een jaar later volgt eventueel vermelding op de Aanbevelende Rassenlijst.”
Van onderzoek naar bestellijst
Dat onderzoek wordt gedaan door een werkgroep van Cosun Beet Company, IRS en kweekbedrijven. “De kweekbedrijven veredelen de suikerbieten en het IRS voert het rassenonderzoek uit”, licht Martijn toe. “Dat gebeurt op twintig percelen door heel Nederland, bij proefboerderijen en praktijktelers.” De best presterende rassen redden het uiteindelijk, na jaren van onderzoek, tot de bestellijst van Cosun Beet Company. “Dit jaar staan er veertig rassen op die lijst. Suikerbietentelers kunnen deze tijdens de vroeg-bestelperiode in augustus of in december bestellen en kiezen zelf welke soort hun voorkeur heeft.”
Kiezen uit veertig soorten, met hulp van Cosun en IRS
Ga er maar aan staan, kiezen uit veertig soorten. “Daar helpen we telers bij, onder meer via het Cosun bestelportaal. Hierin kan de teler op een kaart het perceel aanklikken waar hij suikerbieten op wil gaan telen. Op de achtergrond haalt Cosun Beet Company alle informatie op die er over dit perceel is. Denk aan de grondsoort, teelthistorie en veel voorkomende ziekten en plagen in dat gebied. Die informatie matchen ze met de beschikbare suikerbietenrassen en hun eigenschappen. Daaruit volgt een advies over de benodigde ziekteresistentie voor het perceel en welke rassen daar het beste bij passen.”
Webinar
De teler kan dus een goed onderbouwde keuze maken, helemaal als hij/zij ook nog eens de publicaties van Cosun Beet Company en IRS leest en het webinar volgt. “Rondom de tijd van de zaadbestelling brengen we een webinar over rassenkeuze uit. Voor dit seizoen hebben wel 1.500 telers het webinar gevolgd.”
Zaaien!
En dan is er het moment van zaaien, in maart dus, maar wanneer dan precies? “Dat is afhankelijk van de weersomstandigheden. Het perceel moet voldoende opgedroogd zijn zodat de teler het kan betreden met machines. Maar het mag ook niet te droog zijn, want de zaden hebben vocht nodig om te kunnen kiemen.”
Niet te vroeg, niet te laat
Hoe vroeger de zaadjes de grond in kunnen, des te eerder komen ze boven en des te hoger is de opbrengst bij de oogst. Maar… “Je kunt ook te vroeg zaaien”, waarschuwt Martijn. “Als er na het zaaien nog een koude periode komt, kan deze tweejarige plant het idee krijgen dat hij al in het tweede jaar zit. Dan verbruikt hij de energie uit zijn wortel, de suikerbiet, en verspilt hij dat aan het vormen van bloemen en zaden. Dat heet schietervorming en dat wil je voorkomen.”
Zaaien is raaien
Telers lopen dus rond deze tijd met Buienradar in de hand en hopen het juiste moment te kunnen inschatten. “Ze zeggen wel eens: zaaien is raaien. Voor 10 maart zaaien is eigenlijk altijd een risico. Vaak worden suikerbieten dus tussen half maart en half april gezaaid. Twee weken later zie je de eerste kiemblaadjes al bovenkomen.”